De Maria-Vespers van Claudio Monteverdi gelden als een van de toonaangevende werken waarmee de periode van de barok wordt ingeluid. Bovendien wordt deze muziek beschouwd als een mijlpaal in de muziekgeschiedenis. En wie de Maria-Vespers in deze tijd tot een geslaagde en verantwoorde uitvoering weet te brengen mag zich opgenomen weten in het gezelschap van roemruchte barokmusici.
Ziedaar een drietal redenen waarom de uitvoering van deze muziek, afgelopen zaterdag in Eindhoven, een belangrijke en spannende gebeurtenis genoemd mag worden. Spannend temeer, daar een belangrijk gedeelte van de uitvoerenden afkomstig is uit de Eindhovense en Brabantse muziekscene: het Eindhovens Vocaal Ensemble, het Brabants Muzyk Collegie en natuurlijk Ruud Huijbregts.
Een blik op de levensbeschrijvingen van de zes solisten maakte veel duidelijk omtrent de muzikale signatuur die met deze productie beoogd werd. Namen van bekende barok-dirigenten als Koopman, Kuijken en vooral Herreweghe, met wie de in Eindhoven genodigde zangers gewerkt hadden, doken in de cv's steeds weer op. Wat betreft de solisten en daarmee dus ook wat betreft koor en orkest kon met in de Einhovense uitvoering dus een lijn van deze stijl verwachten. De Eindhovense uitvoering bleek er inderdaad een met de gangbare barok-signatuur. Frisse tempi, duidelijke samenhang tussen muziek en tekst, goede muzikale articulatie, het was er allemaal. Naast de solisten, die zoals boven vermeld, in dit opzicht natuurlijk al met de nodige bagage naar Eindhoven kwamen, verdient hier in eerste instantie het orkest alle lof.
Wie in de afgelopen jaren de verrichtingen van het Brabantsch Muzyk Collegie
gevolgd heeft, kon zaterdag constateren hoe dit ensemble gegroeid is.
Met name verdient concertmeester Evert-Jan Schuur vermelding, wiens
bloedmooie en ragfijne vioolspel menig muzikaal affect in het hart trof.
Uit de bijdrage van het Eindhovens Vocaal Ensemble bleek, hoe nauwgezet er aan
Monteverdi gewerkt moet zijn. Technisch bijzonder lastige passages, waar menig
koor überhaupt al niet aan begint, kwamen goed en pakkend uit de verf. Hier en
daar werden risico's genomen, zoals in het Nisi Dominus, waar een wervelwind aan
noten meer dan overtuigde. Maar bij delen, waarbij sprake was van lange notenwaarden
had het koor soms moeite de spanning vast te houden en trad er een vlakheid aan het
licht, die te weing van doen had met het typisch barokke exhibitionisme, dat bij
orkest en solisten zo sterk aanwezig was. Het innerlijke vuur, het intens genieten
van de klank en snijdende dissonanten was er op zulke momenten bij het koor te weinig.
Gelukkig dat orkest en solisten dan het nodige wisten te ondervangen.
De totaalindruk van de Eindhovense Maria-Vespers mag dan ook positief en overtuigend
genoemd worden.