Het is en blijft een dijk van een werk, het 'Requiem' van Mozart. Tientallen malen heb ik het horen uitvoeren, nog nooit heeft het een moment verveeld. Het is ook een werk dat aanzet tot goed musiceren. Het is een duidelijk werk, het is ritmisch en melodisch binnen strakke kaders gecomponeerd, het duurt niet te lang, zowel voor de uitvoerenden als voor de luisteraar is het in alle opzichten overzichtelijk.
Zelfbewust Ook het Eindhovens Vocaal Ensemble (EVE) trok zich zaterdagmiddag, tijdens een optreden in het kader van Muziek in de Cathrien, op aan de kwaliteit van dit 'Requiem'. Het wist zich uitstekend te voegen naar Mozarts eerder genoemde strakke kaders. Het articuleerde en fraseerde duidelijk en passend, de klank van het koor was soepel, de benadering van de muziek stevig en zelfbewust. De partijen waren aan elkaar gewaagd, wat een evenwichtig klankbeeld opleverde. Erg mooi - om maar een paar delen te noemen - klonken het lieflijke 'Lacrimosa', het zachtmoedige 'Hostias et preces tibi' en het ritmisch aanstekelijke 'Quam olim Abrahae'. De enige stemgroep die wat bedenkingen opriep waren de sopranen; het ene moment klonken ze hemels mooi, op andere momenten deden scherpe (hoge) uithalen even pijn aan de oren. Het solistenkwartet had eveneens kwaliteit. Sopraan Margit Beukman bracht geen groot maar wel een lieflijk en muzikaal geluid voort, alt Louise Rijs en tenor Paul van den Bemt zongen zeer betrouwbaar. Bas Ronald Aijtink zong met de juiste intentie maar kwam als enige wat minder duidelijk over; zijn stem heeft de neiging zich naar binnen te richten. De blazers van het Catharinaconsort, en dan met name de tweede trombonist en de twee fagottisten, speelden mooi en muzikaal, de strijkers klonken wat rommelig; sommige inzetten en afsluitingen waren ongelijk en niet helemaal zuiver.
'Requiem' van Mozart door het Eindhovens Vocaal Ensemble, het Catharina Consort, sopraan Margit Beukman, Alt Louise Rijs, tenor Paul van den Bemt en bas Ronald Aijtink o.l.v. Ruud Huijbregts.