De Messsiah is geen gemakkelijk uit te voeren werk. De sterke afwisseling van ingetogenheid en levendigheid
eist optimale concentratie van alle uitvoerenden.
Maar dat is dirigent Ruud Huijbregts wel toevertrouwd. Zonder effectbejag kleurde hij dit meesterwerk.
Strak de teugels in handen houdende, ging hij nergens de moeilijkheden uit de weg, gaf ruimte waar nodig,
liet de solisten in hun waarde en zorgde op deze wijze dat gedurende de gehele uitvoering een zeer welluidende eenheid ontstond.
Mooi gedragen koormuziek, gesteund door een geïnspireerd orkest, bracht de tijdgeest van Handel binnen de St. Cathrien.
Huijbregts heeft niet zoveel met de grillen van de dag qua uitvoering van de grote Barokoratoria. Hij heeft zijn eigen
visie en schaaft die gedurende de jaren bij . Voorop voor hem staat de klankkleur, die niet gestoord mag worden door
overbodige fraseringen en afleidende neveneffecten. De lange lijn is hem heilig; geen overdreven sentimenten of kunstmatige
puntigheid, maar het goede van het oude behouden en daar, waar het bruikbaar is, nieuwe opvattingen toevoegen.
Ook de solisten pasten uitstekend in dit beeld. Ludwig van Gijsegem is immer een aangename, betrouwbare tenor,
de alt Martine Staesser heeft een warme klank waarmee ze kan ontroeren, mits ze overbodige fraseringen achterwege laat.
Sopraan Francine van der Heijden bezit een heldere sopraan die voor deze muziek zeer geschikt is. Hoogtepunt voor mij was
echter bas Frans Fiselier; met name in de lange aria met de trompetsolo straalde het in de Cathrien zoals de muziek van
Handel en tekst uit Korinthiërs 15 het bedoelden.
De toehoorders lieten zich volledig medevoeren in het gebodene en toonden zich na afloop dankbaar in een langdurig applaus.
"De tijd vloog om", hoorde ik een enthousiaste muziekliefhebber zeggen en dat is het grootste compliment dat de uitvoerenden
van zo'n lang werk kunnen krijgen.
Hopelijk zal,naast de regelmatig terugkerende oratoria van Bach,ook dit werk zijn weg naar de Cathrien blijven vinden.