Zaterdagavond ging de weg van Het Brabants Orkest naar Beethoven, Wenen. De fascinerende kunst van deze geniale componist blijft z'n aantrekkingskracht uitoefenen op velen. Geen wonder dat de zaal van het Muziekcentrum stampvol zat. Ook voor zondagmiddag, de herhaling, viel nauwelijks nog een kaart te krijgen. De organisatoren hadden wel voor voldoende programma's moeten zorgen. Alle boekjes (ook met teksten) waren direct verdwenen. De schaarse exemplaren gingen onder licht gemor van hand tot hand in de rijen van de toehoorders. De timing van de verlichting bleek ook niet in orde. Soustrot en de zijnen, startklaar op het podium, moesten wachten tot er eindelijk genoeg licht op de lessenaars scheen. Voor Soustrot niet nodig, want hij dirigeerde uit het hoofd.... en uit het hart.
Men begon met Beethovens meesterlijke Eerste Symfonie, uit de imposante bergketen met z'n negen toppen die naar de hemel reiken. Dit opus bloeide markant en met dramatische spankracht op. Een boeiende uitvoering, die de prachtige partituur helder belichtte. De bevlogen Beethoven-vertolker Soustrot maakte op zijn podiumpje heel veel danspassen op zijn tenen. Hij liet zijn orkest dan ook 'op de tenen staan', om zo accuraat mogelijk zijn intenties te volgen. De klank van de violen had nog aan warmte kunnen winnen. Het pianissimo in de Romanze zou met nog meer verfijnde glans volmaakt geweest zijn.
Dan de Negende. Beethovens generale biecht van lijden en loutering na de grandioze symfonische evolutie. Soustrot en het orkest trokken een indrukwekkend monument op. Een knappe prestatie, want het beklimmen van deze gigant vereist een enorme uitrusting en een geestelijk overwicht. Schitterend klonk vooral het beklemmende eerste deel met z'n demonische en dynamische uithalen. Zeer raak getroffen.
En dan de Finale. Beethoven poogde hier met z'n bijzondere vocale uitbreiding alle
grenzen te overschrijden tot haast een onbereikbaar ideaal. Het zangers-leger trok
vurig ten strijde. Dit leger bestond uit het Philips Philharmonisch Koor, nog
aangelengd met het Eindhovens Vocaal Ensemble, beiden voorbewerkt door dirigent
Louis Buskens. De klankorgie, die soms bijna de geluidsbarriére overschreed,
bleek niet overal welluidend. Maar men zong met een overrompelend indringende
verhaaltrant. De vier vocale solisten hielden beheerst en moedig stand in de
turbulente muzikale omgeving.
Na het slot barstte er fortissimo ovaties
los. Dit riep een ontroerend historisch beeld op. Na de Weense premiêre, anno 1824,
moet er ook zo'n applaus geklonken hebben. De dove Beethoven, die nog doordirigeerde
na de slotmaat, moest door één van de musici omgedraaid worden om het
geklap waar te nemen en zich zo van zijn succes te overtuigen.
Concert Het Brabants Orkest, dirigent Marc Soustrot, vocale solisten Rita Cullis, Gabriele Erhard, Jan Vacik en Jaco Huijpen. Philips Philharmonisch Koor en Eindhovens Vocaal Ensemble. Gehoord in Eindhoven, Muziekcentrum Frits Philips, zaterdagavond 20 januari 2001