Al jaren droomde ik ervan de lotgevallen van het sopraantje te mogen bepalen. Ik zag haar al aan lager wal raken en in een kort lederen minirokje langs de straat haar schamele kost verdienen. Of als een zakenvrouw met mantelpak leiding geven aan een miljoenenbedrijf. Maar haar geschiedenis vertelt zichzelf.
Op een koude vrijdagmiddag in april, de regen striemde tegen de kasteelramen, maakte zij kennis met de boze tovenaar Martin Johan. (Alleen wist ze toen nog niet dat het een boze tovenaar was). Het was namelijk de gewoonte dat iedereen aan het hof één keer per jaar het amusement van de zaterdagmiddag zou verzorgen. Ze had hem dus nodig voor een toverklusje en alle andere tovenaren waren bezet. Dus uit de Gouden Gids had ze een aantal tovenaren gevonden en die was ze allemaal op gaan bellen of zij haar uit de brand konden helpen. Maar de één was in het buitenland, de ander was gespecialiseerd in alleen maar enge toverklusjes en de derde had al een toverklusje die dag. Totdat ze de boze tovenaar Martin Johan aan de telefoon kreeg. Hij kon die dag en hij zei dat hij met het gewenste toverkunstje geen enkele moeite had.
Het sopraantje had een afspraak met hem gemaakt op die bewuste vrijdag in de kapel van het kasteel. Toen ze hem zag dacht ze al: 'Als dat maar niet zo'n tovenaar is die een grote mond heeft over toveren en als het erop aankomt niets klaarmaakt'. Er werd een stukje proefgetoverd. Het hield niet over, maar waar haal je zo op het laatste moment nog een andere tovenaar vandaan terwijl alle fatsoenlijke tovenaars toch al bezet waren. En in het kasteel aan de overkant van de straat hadden ze diezelfde dag ook een toverfestival waar een hoop bekende tovenaars hun kunstjes zouden laten zien. Er werd toch maar besloten de boze tovenaar Martin Johan zijn toverkunstje te laten doen. De volgende zaterdag was het zover. De hele hofhouding zat in de grote kroonluchterzaal van het kasteel en de boze tovenaar Martin Johan ging met zijn toverkunstje beginnen. Hij begon al met wat minder flair dan ze aan het hof gewend waren en al gauw waren aller tenen gekromd. Toen hij voor de derde keer zijn toverstokje uit zijn hand had laten vallen riep de prins :' Dit lijkt helemaal nergens op. Ga jij maar naar huis'. Niet begrijpend en een beetje beduusd ging de tovenaar op zijn stoel zitten.
Gelukkig deed de krant heel mild over het incident en werd vooral de mooie kroonluchter en het heerlijke koud én warm buffet na de tovermiddag geprezen. Eén ding weet het sopraantje nu zeker. Als ze een fatsoenlijke tovenaar nodig heeft belt ze die voortaan een jaar van te voren.